10 tips voor het schrijven van teksten
Een bezoeker blijft gemiddeld maar twee minuten op een projectpagina.
Eind jaren ’90 doet usability-expert Jakob Nielsen nog een opvallende ontdekking: 79% van de mensen leest een webtekst niet woord voor woord, maar scannend. Bezoekers laten hun ogen glijden over een pagina en pikken er dingen uit die ze zoeken of dingen die gewoon opvallen.
Goede webteksten zijn dus cruciaal. Goed geschreven webteksten pakken meteen de aandacht, zijn makkelijk leesbaar en beantwoorden alle vragen van bezoekers.
Een tekst moet daarom bondig, to the point en aansprekend zijn. Maar hoe kom je nu tot die kern? Wij geven enkele tips mee.
1. Begrijp je bezoekers
Er zijn veel schrijvers die webteksten schrijven zonder echt na te denken over wie het eigenlijk gaat… Begin met de basisvragen: wie zijn mijn belangrijkste lezers? Zijn er meer mensen die dit misschien lezen en doorvertellen aan mijn doelgroep? Hoe vinden de mensen mijn website? Welke informatie hebben deze mensen nodig?
2. Begin omgekeerd
Bezoekers hebben helaas vaak weinig aandacht. Ze besluiten in een paar seconden of ze je website interessant vinden of niet. Begin daarom met de belangrijkste dingen, helemaal bovenaan, kort en helder. Verder in het artikel of op de website kan je gedetailleerder gaan schrijven.
3. Call to action
Wees duidelijk.
Een korte oproep wat je verwacht dat mensen doen.
Hou je bezoekers nieuwsgierig naar wat je nog allemaal te bieden hebt. Laat ze een bericht schrijven op je contactpagina, je volgen op instagram, een whitepaper downloaden of iets kopen in je webshop.
Hou zo’n call to action kort en actief.
4. Maak gebruik van beeld
Voorzie je tekst ook van beeld want een beeld zegt meer dan 1.000 woorden. Gebruik visuals die uitleg geven, gebruik leuke foto’s. Plaats de foto’s tussen de tekst. Hierbij werken liggende beelden het best.
Onderzoek toont aan dat 90% van de informatie die het menselijk brein verwerkt visuele informatie is en dat mensen visuele informatie 60.000 keer sneller verwerken dan tekst. Een duidelijke grafiek of afbeelding legt dingen soms beter en sneller uit dan doorlopende tekst.
5. Gebruik korte, simpele zinnen
Lange zinnen zijn voor boeken.
Gebruik vooral zelfstandige naamwoorden en werkwoorden, wees zuinig met bijvoeglijke naamwoorden.
Laat ook vaktaal achterwege. Het internet is voor iedereen, niet alleen voor vakidioten.
Gebruik opsommingen, gebruik koppen en tussenkoppen, gebruik witruimte.
6. Gebruik een actieve toon
Gebruik liever actieve dan passieve zinnen.
De actieve toon zorgt voor korte, duidelijke zinnen en het is ook directer.
In plaats van ‘een soep werd besteld’, zeg je beter: ‘De klant bestelde soep.’
7. Ga voor een informatieve kop
Met de kop moet je lezer al kunnen bepalen of dit artikel antwoord zal geven op zijn/haar vragen of niet. Informatieve koppen helpen de lezer om keuzes te maken.
Hou je kop ook kort en bondig.
8. Schrijf een intro
Met een online intro geef je een informerende samenvatting van je verhaal. Zo weten de lezers ook direct of ze al dan niet op de juiste plek zijn. Korte en kernachtige intro’s werken goed.
9. Schrijven is schrappen
Richt je op de belangrijkste vraag van je lezer en beantwoord die. Soms heb je veel woorden nodig en soms ook niet. Alle info die niet bijdraagt tot het beantwoorden van je vraag, moet je kunnen schrappen. Hiermee kan je eventueel een volgend artikel maken waarnaar je dan met een hyperlink verwijst.
10. Voeg citaten toe
Maak je tekst nog krachtiger en persoonlijker door een citaat, quote of uitspraak toe te voegen.
En last but not least… soms heb je de tekst al zo vaak doorlezen dat je ‘woordblind’ wordt. Laat dus altijd je tekst nog even nalezen door iemand die er terug met een frisse blik naar kan kijken.
Heel veel succes en vooral héél veel plezier met schrijven.